Pasen: van grote en kleine
verhalen
Voor wie katholiek Pasen wil
vieren is in de Goede Week meermalen in de Sint Jan te vinden.
Zó dicht bij huis kunnen wij
de belangrijke gebeurtenissen van een mensenleven meemaken als we er oog en oor
voor hebben. Het grote verhaal van Jezus lijden, sterven en wederopstanding –
door de duisternis naar het licht.
Ik liep enkele weken geleden
de Sint Jan in en vond daar een uitgebreide folder over de diverse vieringen,
stiltes, de wake – uitvoerig muzikaal ondersteund door Schola Cantorum. Ik
vroeg mij af waarom deze bezinningsweek niet minstens even belangrijk is als
Kerstmis. Overal in het land worden op allerlei locaties retraites en
stiltedagen gehouden, op tv trekt het jaarlijkse passiespektakel hoge
kijkcijfers en de vele Matthäus Passion voorstellingen zijn uitverkocht. We
kunnen daarentegen ook gewoon naar de Sint Jan gaan om hetzelfde verhaal te ervaren.
Toch gebeurt dit niet, integendeel. Steeds meer mensen keren de kerk de rug toe
met als bijverschijnsel het verlies aan betekenisgeving, terwijl er wel
behoefte aan is. De vraag is of het seculiere leven in staat is de geest voldoende
te voeden.
In de media wordt vaker
gezegd dat instituties in de samenleving zoals politiek en bedrijf, “geen
verhaal” hebben. Wie en wat zijn onze inspiratiebronnen, waar staan we voor en
wat is echt belangrijk? Heel lang vervulde de kerk de behoefte aan beschouwing
maar wat is er gebeurd met de verhalen die de weg wijzen? De vraag van vandaag
is bovendien of het moreel kompas van de leiders aansluit bij de opvattingen
van de dolende schapen. De grote verhalen zijn vooral ingeruild voor
twitterstatements.
Vooruit, laat ik dan maar
komen met een klein verhaal. Er wordt verteld dat tussen de avond van Witte
Donderdag en Paaszaterdag de kerkklokken in Rome door de lucht paaseieren gaan
halen. De klokken mogen dan niet geluid worden omdat katholieken in de rouw
zijn door het sterven van Jezus. Het is het einde van een sobere periode
voorafgegaan door de vastentijd. Het paasei mocht niet gegeten worden omdat het
een dierlijk product is, door Paus Gregorius de Grote dit zelf bepaald in het
jaar 640. Het paasei heeft dus religieuze wortels en heeft pas sinds een ruime
eeuw een geduchte concurrent: het chocolade ei.
Als we met Pasen aan het
ontbijt met de eitjes zitten kunnen we elkaar dit verhaal vertellen en na de
Hoogmis luisteren naar de uit Rome teruggekeerde klokken van de Sint Jan. We herdenken in de paasweek onze gestorvenen in
de wetenschap dat we ook weer verder gaan. Na het lijden komt de verrijzenis, na
de duisternis de bevrijding. Een universele paasgedachte.