maandag 7 december 2015

Column Jheronimus Bosch (JB) 2016 13-12-2015

Alweer, zult u zeggen. Dit is nog maar het begin! Het hele volgende jaar staat in het teken van onze locale held en Bossche schilder en dat gaan we merken. Ook DWDD had er lucht van gekregen. Hier in ‘s-Hertogenbosch wordt geklaagd dat het een feestje is voor de binnenstad, maar het programma van Matthijs van Nieuwkerk maakt er een echte randstedelijke happening van. We zagen de directeur van het Noordbrabants Museum in het publiek zitten nota bene! De Hooiwagen werd toegelicht door Friso Lammertse conservator van Boymans van Beuningen en kunstjournaliste Wieteke van Zeil van de Volkskrant. Ik kreeg toch even het gevoel dat Amsterdam aan de haal gaat met ons uithangbord! Daar protesteren we natuurlijk krachtig tegen. Waarom werd zo’n primeur niet aan de Stichting Jheronimus Bosch 500 gegund? Het is al erg genoeg dat alle originelen van JB die Nederland nog rijk is, in Rotterdam hangen. Vincent van Gogh zit ook al met zijn hebben en houwen in Amsterdam. Zelfs de Philips gloeilamp is naar de Zuidas vertrokken, wat een verraad aan de Brabantse trots. Heeft JB 500 ambities om de uniciteit van het project nog spraakmakender onder de aandacht te brengen? Het thema Visioen (van de Stad, van de Fantasie en van het Verstand) is interessant genoeg en mag best meer allure hebben voor buitenstaanders. Ik wed dat JB dan pas echt bekend wordt in den lande.

Wat vindt JB er nu zelf van?

Ik heb het hem gevraagd. Hij schudt af en toe meewarig zijn hoofd. Hij vindt het eigenlijk allemaal een beetje overdreven. “Waarom zoveel aandacht besteden aan mij. Ik lig al al 500 jaar in mijn graf. En nu je toch mijn mening vraagt: waarom ter ere van mij ook nog dat verdwenen puthuis en mariakapelletje herbouwen? Ik vind de Markt fraai genoeg tegenwoordig en ik ben blij dat ik nog kan zien waar ik vroeger heb gewoond. Het meest geniet ik van carnaval als op zondag boer Knillis wordt onthuld. Dan sta Ik midden in het blije gewoel vrolijk te worden van al die leuke muziek. Ik maak me trouwens wel een beetje zorgen over deze tijd, zo vanuit mijn hoge positie op de Markt. Ik heb gehoord dat mijn schilderij “de Hooiwagen” niet veel geholpen heeft om de mensheid te verbeteren. De hebzucht uit mijn tijd is alleen maar toegenomen. Ik hoorde zelfs een jong iemand zeggen dat de morele waarden die ik heb geprobeerd uit te beelden nu het etiket krijgen van “spruitjeslucht uit de jaren 50”. Hopelijk laten ze mij met rust op mijn sokkel en word ik niet omgesmolten.” Met veel gezucht en gesteun doet JB er verder het zwijgen toe.

We weten niets van JB’s zielenroerselen vandaar dat er vooral verhalen over hem zijn verschenen. Misschien was hij juist een heel pragmatische ambachtsman wars van het mysterieuze. Het is maar goed dat we over zijn leven in het duister tasten – dan prikkelen wij onze fantasie en zal hij altijd tot de verbeelding spreken. Dat is toch een prachtig symbool voor een middeleeuwse stad anno 2016.