maandag 7 december 2015

Column Jheronimus Bosch (JB) 2016 13-12-2015

Alweer, zult u zeggen. Dit is nog maar het begin! Het hele volgende jaar staat in het teken van onze locale held en Bossche schilder en dat gaan we merken. Ook DWDD had er lucht van gekregen. Hier in ‘s-Hertogenbosch wordt geklaagd dat het een feestje is voor de binnenstad, maar het programma van Matthijs van Nieuwkerk maakt er een echte randstedelijke happening van. We zagen de directeur van het Noordbrabants Museum in het publiek zitten nota bene! De Hooiwagen werd toegelicht door Friso Lammertse conservator van Boymans van Beuningen en kunstjournaliste Wieteke van Zeil van de Volkskrant. Ik kreeg toch even het gevoel dat Amsterdam aan de haal gaat met ons uithangbord! Daar protesteren we natuurlijk krachtig tegen. Waarom werd zo’n primeur niet aan de Stichting Jheronimus Bosch 500 gegund? Het is al erg genoeg dat alle originelen van JB die Nederland nog rijk is, in Rotterdam hangen. Vincent van Gogh zit ook al met zijn hebben en houwen in Amsterdam. Zelfs de Philips gloeilamp is naar de Zuidas vertrokken, wat een verraad aan de Brabantse trots. Heeft JB 500 ambities om de uniciteit van het project nog spraakmakender onder de aandacht te brengen? Het thema Visioen (van de Stad, van de Fantasie en van het Verstand) is interessant genoeg en mag best meer allure hebben voor buitenstaanders. Ik wed dat JB dan pas echt bekend wordt in den lande.

Wat vindt JB er nu zelf van?

Ik heb het hem gevraagd. Hij schudt af en toe meewarig zijn hoofd. Hij vindt het eigenlijk allemaal een beetje overdreven. “Waarom zoveel aandacht besteden aan mij. Ik lig al al 500 jaar in mijn graf. En nu je toch mijn mening vraagt: waarom ter ere van mij ook nog dat verdwenen puthuis en mariakapelletje herbouwen? Ik vind de Markt fraai genoeg tegenwoordig en ik ben blij dat ik nog kan zien waar ik vroeger heb gewoond. Het meest geniet ik van carnaval als op zondag boer Knillis wordt onthuld. Dan sta Ik midden in het blije gewoel vrolijk te worden van al die leuke muziek. Ik maak me trouwens wel een beetje zorgen over deze tijd, zo vanuit mijn hoge positie op de Markt. Ik heb gehoord dat mijn schilderij “de Hooiwagen” niet veel geholpen heeft om de mensheid te verbeteren. De hebzucht uit mijn tijd is alleen maar toegenomen. Ik hoorde zelfs een jong iemand zeggen dat de morele waarden die ik heb geprobeerd uit te beelden nu het etiket krijgen van “spruitjeslucht uit de jaren 50”. Hopelijk laten ze mij met rust op mijn sokkel en word ik niet omgesmolten.” Met veel gezucht en gesteun doet JB er verder het zwijgen toe.

We weten niets van JB’s zielenroerselen vandaar dat er vooral verhalen over hem zijn verschenen. Misschien was hij juist een heel pragmatische ambachtsman wars van het mysterieuze. Het is maar goed dat we over zijn leven in het duister tasten – dan prikkelen wij onze fantasie en zal hij altijd tot de verbeelding spreken. Dat is toch een prachtig symbool voor een middeleeuwse stad anno 2016.

zaterdag 3 oktober 2015

Column Theatraal gepeins 11-10-2015

Het zit me toch niet lekker. Dat theater. Ik heb al hele visioenen gekregen van oorlogstaferelen zoals een half gesloopte binnenstad, af en aan rijdende vrachtwagens, een toneeltoren die met donderend geraas ineenstort. Een compleet slagveld als bij het GZG. Het wordt stof happen, herrie van bouwactiviteiten doorstaan, hoestbuien krijgen van het stof. En dat allemaal voor een nieuw theater, dat er jaren over doet om te verrijzen op de vrijgekomen plek. Willen we onze binnenstad aan dergelijk geweld overleveren? Een nauwelijks begaanbare doorgang, geen kwinkeleren der vogelen in de casinotuin maar lawaai en stofwolken trotseren. Nee, het is geen nachtmerrie. Vanaf 2017 is dit het lot van de altijd zo vrolijke Parade. En niet voor een paar maanden, maar voor een beroerd lange tijd, want ontegenzeggelijk zal er iets tegenvallen. We vinden een paar botten van Frederik Hendrik, of de immense klus onder NAP loopt vast in de moerassige bodem, of er kiepert een onstabiele hijskraan om. Of er gaat een aannemer failliet die cruciale fouten maakt, dat kennen we zo langzamerhand.

Mijn laatste droom was dat we ons oude theater gingen opknappen. Het is een gezellig theater, zo hoor ik van meerdere vrienden, knus en intiem. Mag wel wat worden gemoderniseerd. De bescheiden omvang loopt in de pas met het huidige broekriembeleid. "Het aantal optredens van muziek-, dans- en toneelgroepen vermindert gestaag en gezelschappen hebben juist geld nodig om in leven te blijven", lees ik in het artikel “Vechten om het publiek” (NRC 10-9-2015). Subsidiëren van hoogwaardige en experimentele podiumkunsten om de naam hoog te houden van ’s-Hertogenbosch cultuurstad zou helemaal geen punt van discussie moeten zijn! Het is een mooie droom als alle programma’s gewoon door kunnen gaan in ons populaire theater. Niet alles hoeft op de schop. Een tijdelijke onderbreking tijdens de noodzakelijke opknapbeurt overleven we wel. En we houden vele miljoenen in de gemeentelijke zak.

Een nieuw of een oud theater: het is uiteindelijk maar een gebouw. De voorliggende vraag is geheel niet beantwoord. Wat wil de de stad met haar cultuuraanbod? Er had al publiekelijk over nagedacht moeten worden en zeker nu de aangekondigde bezuinigingen bij de Verkadefabriek en de Toonzaal als een bom zijn ingeslagen. Een nog groter theater bouwen en een goedlopend aanbod elders de nek omdraaien, dat klopt toch niet?

donderdag 6 augustus 2015

Atoombom op Hiroshima

Op 6 augustus 2015 om 12.15 is het elfgelui in werking gezet ter nagedachtenis aan die verstrekkende gebeurtenis in Hiroshima, 70 jaar geleden. Het deed mij goed te zien dat er veel belangstelling was en dat ook de St. Jan van zich heeft laten horen. Ik hoorde dat er een boek uitkomt in oktober met alle klokken van de St. Jan erin beschreven en dat er een website in de maak is. Is dit het begin van een revival? Laten we het hopen! Til Palm

maandag 3 augustus 2015

Column Klokkenspel 03-08-2015, een latente liefde

Wat is dat toch met de St. Jan? Zo’n mooie kathedraal, zelfs van de weg af zichtbaar in zijn volle majestueuze verschijning en als je dicht bij hem bent groots in zijn omvang met fijn beeldhouwwerk. Wat zo bij hem zou passen is dat hij écht geluid zou geven. Niet het lieflijke en vriendelijke carillon dat ons op de achtergrond trakteert op kwinkelerende bellen, maar het geluid dat door merg en been gaat.

Eén keer per jaar, bij de Dodenherdenking, laat de eenzame zware Bourdon op de Waalsdorpervlakte met de regelmaat van één galmende slag heel Nederland horen waar de klok toe in staat is: koude rillingen over de rug, een gevoel van schoonheid en verbondenheid. Tot dit jaar de klepel afbrak. De bevolking heeft inmiddels de reparatiekosten bijeen geschraapt om deze schandvlek weg te poetsen. Ook onze St. Jan heeft zijn eigen Bourdon die gegoten is door Jacob Noteman in 1641 en in de lijst met zwaarste klokken in Nederland op de 16e plaats staat. Een basklok die indruk maakt als hij van zich laat horen in solitair spel. En dan te weten dat deze imposante Noteman in zwaarte dubbel wordt overtroffen door een echte grote jongen in de Grote Kerk van Dordrecht.

Wat ik mis is het klokgelui, het door mensenhanden aangedreven harmoniserende klokkenspel wat hoort bij deze kathedraal. Het samenspel van zware naar lichte klokken of andersom. Het geluid waar je je niet aan kunt onttrekken en bij je binnenkomt. Het geluid dat je in beroering brengt, iets met je doet. Bij de opening van het Festival Oude Muziek in Utrecht op 29 augustus gaat het Klokkenluidersgilde aan de touwen hangen. Het gilde dat met zijn 80 vrijwilligers een overweldigend geluid vanuit de kerktorens laat horen op die dag. Wat zou het mooi zijn als de St. Jan deze waardige eer te beurt zou vallen. Niemand zou het een verstofte traditie vinden. Hij zou weer opvallen en zijn plaats opeisen. Opvallen niet alleen door zijn uiterlijk, maar ook omdat hij je naar binnen lokt. Een functionele roep van klokken, geluid door mensen gemaakt en niet door een elektromotor.

Op You Tube zijn mooie voorbeelden te vinden, bijvoorbeeld van de gerestaureerde klokkentoren van de hervormde Bovenkerk in Kampen. Prachtig middeleeuws Geert van Wou-klokgelui, wiens voetsporen in ’s-Hertogenbosch te vinden zijn. Erfgoed bestaat niet alleen uit restaureren van monumenten maar ook het in ere herstellen van dit oude ambacht. St. Jan heeft een elfgelui maar dat heb ik helaas nog niet gehoord. Op You Tube is alleen een disharmonieuze opname uit 2011 te vinden. Luister ook even naar het volgelui van de Dom in Utrecht, een filmpje van nog geen jaar geleden. St. Jan zou gelukkig zijn als hij zijn stem zo mocht verheffen!

Er valt nog wat te filosoferen over de tegenstelling tussen “lawaai” en “geluid”. Ik verwacht dat bepaalde mensen protesteren tegen een luidere St. Jan. Mensen protesteren ook tegen bands en muziekboxen. Qua decibel kan het een verrassende uitkomst opleveren. Het gaat er om of je bepaalde geluiden wílt horen en toelaten. Zelfs harde praters kunnen indringend geluid (of is het lawaai?) produceren. De St. Jan staat nu echter als een mooie brok steen te verpieteren. Want hij mag alleen op zondag vijf minuutjes zijn mond opendoen.

maandag 25 mei 2015

Column Theater 31-05-2015

Het leven is één groot theater. Overal waar mensen bij elkaar komen wordt een stuk opgevoerd. Politieke kat- en muisspelletjes worden voor of achter de schermen gespeeld, belangen veilig gesteld, slim verpakt in versluierende taal, soms neergezet als klucht. We doen dan net of het allemaal serieus is. Het spel wordt voortgezet in een echt theater. Hier spiegelen wij ons met anderen, dikken de drama’s nog wat aan en dan heet het amusement, opgefleurd met muziek en dans. Vanzelfsprekend heeft de plaatselijke bevolking zoiets nodig.
Elk zichzelf respecterende gemeente heeft in de laatste decennia wel een bouwwerk laten verrijzen dat met grandeur tot de hemel reikt. Ik noem musea, hogescholen, bruggen, bibliotheken, muziekcentra, stations, en natuurlijk theaters. Gemeenten kunnen niet achterblijven om elkaar de loef af te steken. De keuze voor prestigieus betekent glorieuze geschiedschrijving en dat kun je niet zeggen als je investeert in riolen, bestaande panden of natuur in de stad. Daar waar er nog kleine theaters zijn (Volkskrant 15-05-2015), sluiten deze tot “ongenoegen van de schouwburgdirecteur die nu een zalenboer is geworden”, een veelzeggende opmerking van Hedwig Verhoeven, directeur van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties.

Zo ook ons nog niet zo oude Theater aan de Parade. Zoals men van deze veertigjarige vindt een onooglijk en disfunctioneel bouwsel. Ik ken nog wel een groepje gemaskerde beeldbestormers dat triomfantelijk sloophamers en pikhouwelen hanteert voor bij voorkeur heel oude gebouwen, gratis verfilmd. Hopelijk nemen ze in hun enthousiasme de St. Jan niet mee.
De keuze voor een nieuw theater mag democratisch uit twee smaken worden bepaald. Jammer nu weer dat grootsheid leidend is. Iedere beschikbaar komende centimeter wordt ingenomen, 5 meter diepe kelders erin en in totaal 25 m hoger dan het oude theater, gepropt tussen relatieve laagbouw. Net te zwaar voor het maatkostuum en van veraf beeldbepalend.
Op deze plek past meer bescheidenheid. De ontwerpen die er liggen zouden eerder tot hun recht zijn gekomen in het Paleiskwartier. Mét de ruimte en bereikbaarheid. Maar de plek staat al vast. Het bestuderen van de websites van beide architecten maakt overigens een keuze gedifferentieerder omdat de architect zichzelf laat zien in zijn projecten en visie, mocht u nog aarzelen.

Ik houd er rekening mee dat we in eigen voet schieten als het nieuwe theater gedwongen is door rendementsdruk ongebreideld amusement binnen te halen. Eerst maar eens zien of de nieuwbouw zonder conflicten binnen de begroting gerealiseerd kan worden en of het werk eerder opgeleverd is dan de Bartenbrug. Ook wel leuk om een weddenschap op af te sluiten, nóg meer theater.

maandag 30 maart 2015

Column: Een (paas)boom opzetten 05-04-2015

Het is vandaag Eerste Paasdag. Pasen, een traditioneel joods-christelijk feest met heidense wortels. Velen van ons leven seculier, we doen niet meer aan religie en ook Pasen heeft daarmee zijn kerkelijke betekenis grotendeels verloren. Met Pasen naar de kerk gaan en aandacht besteden aan de paaswake in de nacht van zaterdag op zondag, is naar de achtergrond verschoven. Met Kerst willen we nog wel eens een kerk bezoeken maar 1e en 2e Paasdag zijn meer gewone lange weekenden geworden. Stilstaan bij het lijden van Jezus en zijn verrijzenis is bijna overal verdwenen en Pasen blijft beperkt tot gezellige eetfeesten en het hier en daar ontsteken van paasvuren. Paasgebruiken komen vooral tot uitdrukking in de schappen van de supermarkt. Eieren kleuren, verstoppen en zoeken, daarna zoveel mogelijk exemplaren opeten. Kinderen mogen mooie ontbijtjes verzorgen en lekker van chocolade paashazen snoepen. Enige ingetogenheid kennen we nog wel op 1e Paasdag, maar dan komt 2e Paasdag. Genoeg van het eten en drinken vindt de massale exodus naar woonboulevards en festiviteiten plaats, een vlucht uit Egypte die samenvalt met de huiswaarts kerende vakantiegangers van Witte Donderdag.

Ondanks alle seculariteit lijkt het paasfeest een herrijzenis te beleven en wel door de muziek en het toneel. Bach is mateloos populair geworden! De Matthäus Passion, de iets minder bekende Johannes Passion, de Bach cantates. Van vele componisten de passies, de oratoria, de Stabat Mater. De passiespelen zoals in Tegelen en The Passion op tv, de moderne versie van het lijdensverhaal, jaarlijks op een andere locatie. En in de St. Jan nu ook de Kinder Matteüs. Het is verheugend dat muziek en spel in staat zijn tot een herbeleving van het verhaal van lijden, dood en verrijzenis van Jezus. Via een andere weg kan het aloude verhaal in zijn waarde beleefd worden door grote groepen mensen die zich niet meer thuis voelen in de religieuze traditie. Talrijke muziekstukken zijn voor deze tijd van overgang van donker naar licht, van winter naar lente, van winterslaap naar vruchtbaarheid, gecomponeerd. Ieder die er naar wil luisteren wordt geraakt door de emotie van leven, dood en wederopstanding.

Ik wens u een mooie Pasen.

woensdag 11 februari 2015

Nieuwe ontwikkelingen 11-2-2015

Laat nu Omroep Brabant melding maken van het voorlopig niet doorgaan van de herbouw van de Stadsput. Bezwaar via de rechter.

Zie Omroep Brabant

maar lees dan ook een beetje voorgeschiedenis

vrijdag 6 februari 2015

Reactie op de heer Verhagen

Geachte heer Verhagen,

Een reactie op uw ingezonden stuk over de Stadsput en het OLV huisje is op zijn plaats. Mede omdat de Bossche Omroep geen ingezonden stukken plaatst, wat ik persoonlijk jammer vind. Ik wilde u het volgende zeggen.

Erg vervelend dat u een mes in de rug ervaart door mijn column. Zo is het niet bedoeld. Een column gaat over een uitdagende en prikkelende mening/tekst met een vleug lichtvoetigheid en zo kunt u het ook lezen. Het kan zelfs zo zijn dat ik juist wel de terugkeer van dit monument waardeer, maar mijn mening is ondergeschikt aan de boodschap. Feitelijk wil ik u uitdagen om uw boodschap veel helderder te maken, want veel mensen begrijpen het niet. Draagvlak ontstaat als meningsvorming en betekenisgeving pregnant over het voetlicht zijn gebracht en dat u gelooft in het "waarom". Mede- en tegenstanders zullen er altijd zijn, maar "heilige huisjes" (overdrachtelijk bedoeld) worden minder heilig.

Ten tweede heb ik openbare teksten geraadpleegd, zoals de gemeentelijke website en uw website met folder. Het zou wel handig zijn geweest als u een update had gemaakt over de voortgang. Het is aan u om uit te leggen waarom de Stadsput er nog niet staat. U zou het podium van de Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch kunnen gebruiken (het blad Bossche Kringen) om uw brief te publiceren en over de achtergronden te schrijven. Hiermee bereikt u toch een aanzienlijk aantal Bosschenaren en wellicht het publiek dat u nodig heeft. De Boschboom bestaat echter niet meer.

Ik zal uw reactie op de column en uw ingezonden brief in elk geval op mijn blog plaatsen. Ik wens u ook heel veel succes met de voortgang!

Met vriendelijke groet,

Til Palm

Schandelijk

Geachte Boschboom redactie,

Inmiddels was er al veel te lezen over de Stadsput en het O.L.V. huisje, maar een ‘mes in de rug’ van de Boschboom had ondergetekende nooit voor mogelijk gehouden. Als mevrouw Palm werkelijk benieuwd was naar de motivatie en behoefte om put en kapelletje te herbouwen dan had ze eens bij de Stichting 1522 en De afdeling Bouwhistorie Archeologie en Monumenten van de gemeente ’s-Hertogenbosch aan kunnen kloppen. Die hadden het haar dan eens haarfijn uitgelegd en haar het wetenschappelijk onderzoek van BAM toegestuurd.

De stad staat vol met verantwoorde historische reconstructies zoals de toerenspits van de Sint Jan, de weergangen van de vestingmuur aan de Hekellaan, succesvolle reconstructies van de vestingmuren Westwal, Bastion Maria en Sint Janssingel, gevelwanden aan de Brede Haven etc. Mevr.Palm blijft stemming maken met ‘putjesschepper’, ‘Put van Vrouw Holle’ en ‘de behoefte kweken om geld bij elkaar te sprokkelen’. Iedereen mag voor of tegen de herbouw van de Stadsput en het O.L.V. huisje zijn. Zij schaart zich echter aan de kant van de ongenuanceerde en slecht geïnformeerde tegenstanders, die nep, kitsch en Anton Pieck blijven roepen. Via de Boschboom vindt zij een podium voor haar negatieve mening in de door velen gelezen Bossche Omroep.

De Boschboom is een culturele instelling die kort geleden is samengegaan met de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. De voorzitter van de Kring is tevens voorzitter van de Stichting 1522, de stichting die samen met de gemeente verantwoordelijk is voor de herbouw van de put en het kapelletje op de Bosscher Markt. De mening van de Boschboom over de put is een goed begin van deze samenwerking! Het artikel van mevr.Palm is gezien deze achtergrond een schande!

In de bijlage treft u een stukje aan van ondergetekende over put en kapelletje. Het zou mooi zijn als u onder het motto ‘Je suis Boschboom’ de plaats van uw column in de Bossche Omroep voor een keer afstaat om dit stukje geplaatst te krijgen.

Groeten uit Haaren van

Peter Verhagen
Stichting 1522

Gedoe rond Stadsput op de Bossche Markt

Wat mij het afgelopen jaar bijzonder heeft gestoord is het gedoe rond de Stadsput op de Bossche Markt. Dat men tegen herbouw is kan ik begrijpen. Eenieder mag hier een mening over hebben, maar het ongenuanceerde hak- en sloopwerk van tegenstanders met hun onzinnige kritiek is opvallend. Het meest gehoorde argument tegen een historische reconstructie van de Stadsput is dat wat men ‘Eftelingisering’ noemt. Als er echter een project is waarbij wetenschappelijk onderzoek de basis is van het ontwerp voor de Stadsput, dan is dat hier het geval. Als een Bosschenaar uit de 16e eeuw, die enige tijd de stad uit is geweest, het ontwerp van restauratiearchitect Jan Weyts zou kunnen aanschouwen zou hij ongetwijfeld uitroepen ‘verdomd, de put staat er nog’. Bouwhistorici en restauratiearchitect kunnen studeren, onderzoeken en beweren wat ze willen, tegenstanders van de put blijven nep, kitsch en Anton Pieck roepen. Uit hun reacties blijkt echter dat ze het verschil niet weten tussen historische reconstructie, restaureren of historiserend bouwen. De enige verklaring die ik kan bedenken voor het opjutten van Bosschenaren door vormgevers, z.g. vernieuwers en artistieke negatievellingen is, dat ze geen benul hebben van de aantrekkingskracht van een historische stad. Ze vinden dat de Bossche binnenstad een museum wordt waarin te weinig aandacht is voor vernieuwing.

De stad is volgens de Franse historicus Jacques Le Goff een uitvinding van handelaren en kooplieden. Blijven de bezoekers die de stadseconomie in leven houden weg, dan is de stad met de daarbij behorende cultuur ten dode opgeschreven. Het door de aanhangers van vernieuwing zo hoog geprezen Eindhoven en Tilburg hebben ieder hun eigen kwaliteiten. Zo ook de stad ’s-Hertogenbosch dat het moet het hebben van bezoekers van de Bossche Markt, Sint Jan, Binnendieze, gerestaureerde vesting en Museumkwartier en vooral de mogelijkheid te dwalen door de straten en stegen van een aantrekkelijke historische binnenstad. Geen mens bezoekt ’s-Hertogenbosch om de nieuwe gevel van Zara op de Schapenmarkt of welke nieuwbouw dan ook te komen bekijken. Moderne architecten willen natuurlijk ook bouwen op een toplocatie. Helaas hebben ze -tot nu toe- echter geen weet van oude vormentaal en bouwtechnieken of kunnen met hun talent geen symbiose maken tussen historische en eigentijdse architectuur. Buiten het oude centrum is genoeg plaats voor moderniteiten en experimenten. Overigens zijn er architecten die hebben aangetoond wel te kunnen bouwen in een oude binnenstad. Ga maar eens in Verona of Perugia kijken.


Peter Verhagen - Stichting 1522
Wikke 6
5076 HW
Haaren

maandag 26 januari 2015

Column De put van Vrouw Holle 01-02-2015

Hebt u ook wat met putten? Hangend over de rand fantaseren wat er in ligt, hoe diep hij is, echo roepen, waar begint het water?
Als kind wordt je de vraag gesteld wat je later wilt worden. In de jaren 50 van de vorige eeuw zeiden jongens brandweerman en meisjes moeder te willen worden. Ik (V) wilde putjesschepper worden, razend nieuwsgierig naar wat zich in de diepe krochten van de aarde afspeelde. Ik had daarbij wel de indrukwekkende brede rioolslangen die met veel geraas in het putstelsel verdwenen in het hoofd. Maar dat neemt niet weg dat een waterput dezelfde aantrekkingskracht heeft. In die tijd kwam water echter ook al uit de kraan vandaar mijn associatie met rioolputten. Mijn beroepskeuze werd indertijd met hartelijk gelach ontvangen; kinderlijk magisch denken was immers oneindig veel leuker dan de harde werkelijkheid.

Ik heb me afgevraagd waarom een reeds lang verdwenen stadsput wordt gereconstrueerd. Wat is de behoefte van stadsgenoten om gesloopte voorzieningen als monument te willen herbouwen? De gemeente verwoordt op haar website dat het gaat om de “verbeelding van een herinnering”. Het lijkt erop dat niet iedereen staat te juichen, herbouwjaar 2014 is niet gehaald. Het feit dat er veel geld nodig is, staat in deze tijd van bezuinigingen behoorlijk onder druk. Daarmee is de vraag waarom de behoefte zo groot is om verloren gegane bouwwerken compleet te vernieuwen, echter nog niet beantwoord. Buiten redenen van esthetische, cultuurhistorische of commerciële aard waarvan de voorstanders de burgers zullen overtuigen, intrigeert mij het filosofisch vraagstuk veel meer. Het antwoord komt mogelijk vanuit het “onderaardse”…

De meeste mensen beseffen dat een behoefte gekweekt wordt en het inzetten van dj’s wil wel eens helpen om geld bij elkaar te sprokkelen. Daar zou het niet aan hoeven liggen, gewoon wat slimme marketing van stal halen.

Misschien gaat het inzamelen van gelden beter als we de stadsput “de put van Vrouw Holle” zouden noemen. Vrouw Holle staat namelijk met het spannende onderaardse in contact! Zo laten we de magie van de put met de schandpaal-combinatie het Onze-lieve-Vrouwe huisje herleven. De gemeente heeft op haar website de vermoedelijke historische betekenis geduid als volgt: “De heilige beschermt het water en het brengt de zondaar tot inkeer.” Vromer kan bijna niet en is in deze roerige tijden een moreel baken voor eenieder die moeite heeft op het rechte pad te blijven. Een mooi sprookje voor deze moderne stad. Misschien willen de mensen hun eigen fantasieën prikkelen door naar de stadsput als symbool van de hang naar het verleden te blijven kijken.

Goed om er nog eens over na te denken.

Column Verkade-passie 30-11-2014

Wat kun je op een lange, saaie zondagmiddag beter doen dan naar de Verkadefabriek gaan?

De film die op 23 november vertoond werd nam het publiek mee naar de grimmige tijd in Rusland, opstanden van arbeiders, WO-I, einde van het tsarenrijk, bolsjewieken, burgeroorlogen, en de opkomst van de Sovjets. Dat deze ellende alleen op de achtergrond een rol speelde is te danken aan de gepassioneerdheid waarmee Boris Pasternak ons zijn gespleten liefdesleven door de ogen van zijn hoofdfiguur Dr Zhivago liet beleven.
De waardering voor de Engelse cast uit 2002 kwam van de inleidster, Sandra Geller, zelf Russische. Zij zei dat de spelers met een Russisch hart hun rol vertolkten. Subliem gespeeld en bijna 4 uur genieten van de tijd van weleer, weliswaar in moedertje Rusland en niet van Nederlandse bodem.

Het gevoel dat werd overgebracht is er een van extremen. Extremen die we tegenwoordig ook wel tegenkomen maar van een geheel andere orde zijn. Het woord "zinloos geweld" was nog niet uitgevonden, maar natuurlijk waren de slachtpartijen op anders denkende burgers zinloos. Dat schrijvers en dichters vermoord worden en in het beste geval verbannen, kunnen wij ons niet voorstellen. De mensen die nu door het lint gaan omdat iemand ze voor de voeten loopt, komt qua uiting wel in de buurt van de barbaarse praktijken van de partizanen. Daartegenover zagen we urenlang een diep romantisch, meeslepend epos tot stand komen in de film. De mannen en vrouwen die geen onverschilligheid kenden en handelden vanuit liefde voor het leven.

Even wanen op deze zondagmiddag dat we in zo'n wereld leven. De dagelijkse werkelijkheid van calculatie, verveling en ontevredenheid aan onze kozakkenlaars lappend. We kunnen van dergelijke films veel leren over onze menselijkheid. Waar gaat het allemaal ook al weer om?
Zou 's-Hertogenbosch ten tijde van WOI, WOII, onze arbeidersopstanden, en nog veel langer geleden, de tijd van Inquisitie en brandstapels ook dergelijke emoties beleefd hebben? Mijn nieuwsgierigheid is geprikkeld. Zou men heden ten dage nog op de barricaden gaan voor de goede zaak, gezamenlijk ergens voor willen vechten (zonder bloedvergieten)? Ik twijfel er aan.

Wij mogen ons gelukkig prijzen met de oude koekjesfabriek die ons in staat stelt kennis te nemen van vervlogen tijden en onze zondagmiddag tot een hoogtepunt maakt. Dat mag wel eens gezegd worden. Na de wafeltjes in filmzaal 3 nostalgisch aanschouwd te hebben.

reacties

Deze blog zal voorzien worden van mijn eigen geschreven columns. U wordt uitgenodigd om hierop te reageren! Gegroet Til